Een gesprek over transities en verduurzaming
Samen met Ton Rijsdijk organiseerde GroenLinks Heeze-Leende in de Kleine Stroom een
avond rond de vraag: Hoe gaan we transities in op een manier waar we allemaal gelukkig
van worden?
Ook al waren er leden van verschillende politieke partijen aanwezig, de insteek was juist
niet politiek. We werden uitgedaagd om na te denken over in welke wereld we zouden
willen leven. Ken uzelf, met deze uitspraak van de Griekse filosoof Socrates, begint in feite
elke zoektocht. Zelfkennis is nodig om antwoord te kunnen geven op allerlei vragen.
Bijvoorbeeld: wat betekent geluk eigenlijk? Geluk is een momentopname die volgt uit
handelen. Geluk is rust vinden, tevreden zijn met wie je bent, je verbonden voelen met
anderen. Geluk ligt niet in hebben, maar in zijn. Veiligheid is daarvoor ook belangrijk en
kunnen verblijven in een natuurlijke omgeving.
Allemaal gelukkig worden. Wie verstaan we dan onder ‘allemaal’? Wanneer je uitzoomt, dan
ga je je eigen rol in de wereld anders zien. Astronaut Wubbo Ockels ervaarde dit ook toen
hij vanuit de ruimte naar onze kleine aarde keek. Je verantwoordelijk voelen voor meer dan
alleen je directe omgeving. Wat betekent dat? Voel je je ook verantwoordelijk voor de
Indiase textielarbeider die jouw goedkope broek heeft gemaakt?
We zitten allemaal vast aan patronen en gewoontes. Dat weten we wel, maar voelen we het
ook? En wat doe je daar dan mee? Ton: “Weten doe je niet met je hoofd.”
Na de presentatie van Ton splitsten we in twee groepen. We wisselden uit wat we zelf al aan
verduurzaming gedaan hebben, welke stappen we nog willen zetten en met welke vragen
we bezig zijn. Waar zaten de overeenkomsten en waar de verschillen?
De inbreng viel grofweg in drie delen op te splitsen:
1) De behoefte aan meer verbondenheid, met anderen en met je natuurlijke omgeving.
We willen rechtvaardigheid, gelijkheid van mens, natuur en dier. De ander zien. Het
noodzakelijke draagvlak creeëren voor grote stappen die nodig zijn.
“Ik wil in een wereld leven waar ieder mens er toe doet.” Bescheidenheid,
solidariteit, problemen moeten we meer via samenwerking op proberen te lossen.
Samen ondernemen, burgerinitiatieven. Gemeenschapszin bevorderen.
2) Concrete dingen die je zelf kunt doen: een auto weg doen, meer fietsen, meer
spullen recyclen en minder kopen, ontspullen, uit je eigen moestuin eten, minder
vlees eten, minder internet gebruiken, minder verspilling, meer hergebruik.
Eet alleen seizoensgroenten, geen milieubelastende import. Produceer voedsel door
de krant van de natuur te benutten, zonder kunstmest en met alleen natuurlijke
bestrijdingsmiddelen.
Dichter bij huis gaan werken, meer thuis werken. Je regenwaterafvoer afkoppelen
van het riool (waar de gemeente subsidie voor beschikbaar heeft). De wc
doorspoelen met regenwater.
3) Bitcoin-productie is zeer energieslurpend, daar moeten we vanaf. Veel mensen
weten dit niet; de overheid zou meer aan voorlichting moeten doen. Ook moet de
overheid bewustzijn bevorderen over de CO2-uitstoot die volgt uit
streamingsdiensten en ander internetgebruik.
CO2-uitstoot beprijzen. Met wetgeving verduurzaming meer afdwingen. Afstappen
van fossiele brandstoffen. Anders omgaan met energie, onafhankelijker worden van

de oliestaten. Anders omgaan met derde wereldlanden. De industriële veehouderij
en glastuinbouw afbouwen. De biologische landbouw moet meer gestimuleerd
worden door de overheid. Meer kennis/ begrip voor wat nodig is voor gezondheid.
Winst moet eerlijker verdeeld worden. Beter openbaar vervoer is nodig om de
mobiliteitstransitie op gang te krijgen. Eerlijke prijzen voor produkten, geen
belastingvoordelen (voor wie? Specifieker). Arbeid minder belasten en vermogen
meer belasten.
De zorg leeft dat het denken en praten over transities in idealen blijft steken.
Het financiële denken overheerst nu eenmaal onze samenleving en dat hindert verandering.
Wanneer mensen een elektrische auto, zonnepanelen of warmtepomp aanschaffen is veelal
de eerste overweging: hoeveel geld bespaar ik hiermee? Gelukkig blijken in de praktijk ook
klimaat en milieu mee te wegen, zo wist een van de vier aanwezige energiecoaches te
vertellen. Sommigen denken dat we er wel ongeveer zijn met het elektrificeren van de
woning en de auto. Dat is een valkuil want zo houden we onze gewoonten (en onze
ecologische voetafdruk) in stand en verplaatsen het probleem deels naar
ontwikkelingslanden, waar inwoners met bijvoorbeeld lithiummijnen, vervuilde rivieren en
gezondheidsschade worden geconfronteerd.
Hoe zorg je ervoor dat pogingen om anderen te inspireren niet alleen landen bij mensen die
toch al bezig zijn met duurzamer proberen te leven? Treed uit je eigen ‘bubble’. Een brug
slaan naar mensen die niet bezig zijn met transities is een flinke uitdaging, maar in je eigen
omgeving zijn meer mogelijkheden dan je misschien denkt: in contact met je familie, je
collega’s, je medestudenten, je buren.
Wat niet werkt is anderen vertellen wat ze zouden moeten doen. De opgeheven vinger wekt
vooral weerstand. Wat welk werkt is vanuit eigen enthousiasme vertellen wat een transitie
jou voor goeds heeft gebracht, zonder oordelend over te komen.
Ook voor jezelf is een doel waar je enthousiast van wordt het beste startpunt. Dat zorgt
ervoor dat je ook vol kunt houden waar je mee begonnen bent. Als een gewoonte die je
opgeeft alleen als een offer voelt, dan is die namelijk heel moeilijk vol te houden. Denk aan
naar de sportschool gaan: alleen als je er energie en een goed gevoel van krijgt blijf je gaan.